Terug Gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening

di 02/06/2020 - 19:00 Teams vergadering

  • Luc Market meldt dat door technische problemen hij niet kan deelnemen aan de Teams-vergadering.

    het verslag van de vorige vergadering wordt goedgekeurd.

  • Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan werd definitief vastgesteld in de gemeenteraad van 16 januari 2006. Omwille van diverse maatschappelijke ontwikkelingen en lokale en bovenlokale planologische beslissingen werd het noodzakelijk dat het GRS geactualiseerd wordt en een beperkte herziening doorgevoerd. Overeenkomstig de regelgeving kan een gemeenteraad nog eenmalig een gedeeltelijke herziening doorvoeren met toepassing van de regels zoals ze golden tot voor de inwerkingtreding van artikel 23 van het decreet van 8 december 2017.

    Het dossier werd meermaals toegelicht aan de GECORO (20/09/2018, 28/03/2019, 11/12/2019, 10/02/2020, 27/04/2020, 18/5/2020).

    De belangrijkste wijzigingen omvatten :

    • het informatief gedeelte :
      - evaluatie van het oorspronkelijk GRS
      - schrapping van de doelstellingen en proces van het oorspronkelijk GRS
      - het gevoerde woonbeleid tot 2018 met doorkijk tot 2022.
    • het richtinggevend gedeelte :
      - de hoofdstukken 1 t.e.m. 6 worden geactualiseerd op basis van concrete ontwikkelingsmogelijkheden die binnen bovenlokale plannen werden verleend sinds de opmaak van het GRS. Daarnaast worden een aantal schrappingen doorgevoerd van elementen die niet meer actueel zijn binnen het beleid van de gemeente.
      - binnen het hoofdstuk 'gewenste structuur van de nederzettingen' wordt het woonbeleid zowel kwalitatief als kwantitatief bekeken. De verdere verdichtingspotenties voor de gemeente worden in beeld gebracht en leidt tot verschillende categorieën binnen de gemeentelijke nederzettingenstructuur. Er wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen het buitengebied en de gedeeltelijke ligging binnen het stedelijk gebied. Op basis van de verdichtingspotenties wordt voor elke categorie het gewenste toekomstig beleid op vlak van wonen uitgezet. Daarnaast wordt het woonbeleid ook kwalitatief bekeken en op basis van de taakstelling van de provincie werd de woonbehoefte in beeld gebracht.
      - binnen het hoofdstuk 'gewenste economische structuur' ligt de focus op bedrijvigheid en op de ontwikkeling van een geactualiseerde visie met betrekking tot handel. Het bovenlokaal beleid wordt geactualiseerd. Er wordt een algemene visie voor de ontwikkeling van nieuwe lokale bedrijventerreinen uitgeschreven en uit het reeds uitgevoerde haalbaarheidsonderzoek blijkt er op dit moment al nood aan een bijkomend bedrijventerrein voor de herlokatie van een aantal zonevreemde bedrijven. Binnen deze herziening wordt daarom een voorkeurslokatie naar voor geschoven. Indien er in de toekomst nog een bijkomende nood aan lokale bedrijventerreinen ontstaat zijn de ontwikkelingsperspectieven uitgeschreven in de visie.
      - de 'gewenste structuur van de open ruimte' wordt voornamelijk bepaald op bovenlokaal niveau. De elementen van dit bovenlokaal niveau worden geactualiseerd binnen het GRS. De verdere wijzigingen zijn eerder beperkt omdat de visie ten aanzien van de open nagenoeg niet gewijzigd is. De opmaak van een landschapsplan voor de hele deelruimte landbouwgebied wordt geschrapt gezien grote delen van dit gebied deel uitmaken van het gewestelijk RUP Jongebos en de vallei van de Mombeek van Wintershoven tot Wimmertingen. Anderzijds kan de opmaak van dergelijk plan beter gekoppeld worden aan de gewenste effectieve ontwikkelingen in deze zone waarbij een inrichtingsplan dient aan te tonen hoe de gewenste ontwikkeling zich landschappelijk inpast in de omgeving en de bestaande landschappelijke structuur.
      - de visie over de 'gewenste recreatieve structuur' blijft grotendeels overeind. Ten opzichte van het bestaande GRS zijn er vereenvoudigingen doorgevoerd en werd een eerder algemeen beleid ten opzichte van toeristische en lokale recreatieve polen uitgezet.
      - het hoofdstuk 'gewenste lijninfrastructuur' werd aangepast aan het geactualiseerde mobiliteitsplan dat in 2011 werd afgerond. Deze visie is nog steeds actueel.
    • het bindend deel werd volledig geschrapt. Overeenkomstig art. 7.4.7 van de Codex Ruimtelijke ordening is de gemeente niet meer verplicht om een bindend deel op te nemen indien de gemeenteraad hiertoe beslist. Het richtinggevend deel is voldoende duidelijk en onderbouwd om het beleid in de toekomst op een kwalitatieve wijze verder vorm te geven en uit te werken. Het beleid wordt verder vorm gegeven en verfijnd door middel van ruimtelijke uitvoeringsplannen en niet via bindende elementen in het structuurplan.

    De gemeentelijke visie met betrekking tot de ontwikkeling van het regionaal bedrijventerrein Genk Zuid-West wordt bijgesteld. De gemeente ondersteunt het Vlaamse beleid met betrekking tot de ontwikkeling van het bedrijventerrein langs het Albertkanaal te Diepenbeek (Genk Zuid-west en Termien) niet en wenst dat de huidige bestemming van het gewestplan behouden blijft als bosgebied.

    Bespreking

    Algemene opmerking : het richtinggevend deel is vrij gedetailleerd waardoor de actualiteitswaarde eerder relatief is.De opsomming van een aantal functies, gebouwen, activiteiten,.... stemt - door de snelle evoluties in de maatschappij - niet meer overeen. 

    Algemeen: Benaming erfgoedjes veranderen in KHE (Klein Historisch Erfgoed) 

    p. 104 - 4.1.2.2. geen register erfgoedjes => er is een onderzoek gedaan naar de kapellen (Diepenbeek en zijn Kapellen - Dewarier Y.)
                                 Teleurgang boomgaarden => acties inschrijven ikv OERP (CBS 15/01/2020) 

    p. 144 - 6.2.2.  Bij de bakens wordt enkel gesproken over beeldwaarde, ook erfgoedwaarde kan hier toegevoegd worden
    schrappen kasseibruggen en tunnels
                              Cultureel erfgoed =/= onroerend erfgoed

    p. 146 - 6.2.4. Er werd reeds een (gedeeltelijke) inventaris opgemaakt door RLHV in het verleden

     

    De GECORO vindt het een logische keuze dat met betrekking tot de nederzettingen wordt ingezet op de verdichting in het centrum en dat door een differentiatie van de ontwikkelingskansen in de buitengebieden een andere dynamiek kan ontstaan. Door het toepassen van deze verdichtingsprincipes dient erover gewaakt dat er in het centrum ook voldoende groene ruimten worden voorzien om de woonkwaliteit en belevingswaarde te optimaliseren.
    Met betrekking tot de studentenhuisvesting binnen Diepenbeek wordt opgemerkt dat er voorzichtig moet worden omgegaan met het toelaten van bijkomende kamers. Er kan een verschuiving plaatsvinden door opleidingen op afstand te organiseren, zoals recentelijk reeds ingevoerd. Dit kan een blijvende trend worden.

    Doorheen de tekstenbundel wordt veelvuldig en uitdrukkelijk opgenomen dat de gemeentelijke visie met betrekking tot de ontwikkeling van het regionaal bedrijventerrein Genk Zuid-west gewijzigd is en dat thans geopteerd wordt om de huidige bestemming te behouden (bosgebied). De GECORO neemt aan dat dit als suggestie naar de Vlaamse overheid wordt opgenomen, gezien in het kader van het subsidiariteitsprincipe dit een Vlaamse bevoegdheid betreft. De GECORO kan evenwel dit standpunt begrijpen, temeer de korte ligging tov. het natuurgebied De Maten.

    Om een aantal zonevreemde bedrijven te herlocaliseren wordt voorzien in een bijkomende KMO-zone langs de Katteweidelaan. De GECORO ondersteunt deze visie (minderheidsstandpunt afgevaardigde landbouw) alsook de ruimtelijke principes die gehanteerd worden bij de zoekzone naar geschikte locaties. Desalniettemin wordt vanuit de GECORO voorbehoud gemaakt - bij het locatieonderzoek voor toekomstige bijkomende KMO-zone - voor verdere uitbreiding in het landbouwgebied en er wordt opteert om bij voorkeur het woonuitbreidingsgebied tussen Dooistraat en Dorpveld 1 te onderzoeken.
    Met betrekking tot de herlocalisatie van de zonevreemde bedrijven naar de nieuwe KMO-zone dienen voldoende waarborgen gegeven dat op de vrijgekomen sites geen nieuwe activiteiten ontstaan.


Publicaties

Besluitenlijst